De Sint-Baafskathedraal 

Kenmerkt zich door een over de eeuwen heen opgebouwde verzameling van religieus geïnspireerde kunst.

De oudste voorwerpen dateren uit de 8e eeuw, de jongste uit de 20e eeuw.

Een pronkstuk is de ‘Aanbidding van het Lam Gods’, een werk van de gebroeders Jan en Hubrecht Van Eyck.

Sint-Baafsplein

Oorspronkelijk was dit de Sint-Janskerk.

De patroonheilige vd Sint-Janskerk is Johannes de Doper. Hij is ook de patroon vd wolwevers.

De kerk was op het ogenblik dat Het Lam Gods geschilderd werd, nog niet toegewijd aan Sint-Bavo;

Dat gebeurde pas na de bestraffing van Gent door Keizer Karel in 1540.

Eén vd bepalingen van die straftegen de opstandige Gentenaars was dat de Sint-Baafsabdij gesloopt moest worden en plaats moest maken voor een Spaans kasteel.

De monniken moesten derhalve de abdij verlaten en hun intrek nemen in de Sint-Janskerk. Ze brachten de relieken van de heilige Bavo mee.

De kerk werd voortaan naar Sint-Bavo genoemd.

In 1559 werd het bisdom Gent opgericht en werd de kerk een kathedraal, omdat hier eenBisschop zetelt.

 

 

Bij het binnentreden van de kerk wordt duidelijk waarom de Sint-Baafskathedraal haar titel ‘majestueus’ waardig is. De grootsheid en weidsheid voltrekt zich reeds onder de klokkentoren. De horizontaliteit wordt beklemtoond door het langgerekte lijnenspel van zwart-witte vloertegels, terwijl de verticaliteit zich ontplooit in de massieve zuilen op hoge sokkels. De drieledige opstand van scheibogen, triforium en bovenlichten bekrachtigen de integrale verhevenheid. Deze imposante structuur bevat complexe gewelven waarvan de zandstenen ribben sterk aftekenen tegen de bakstenen kappen.

In de verte schittert het zwart-witte hoogkoor, aan de zijkant de weelderige rococopreekstoel, en verspreid de volumineuze beelden en portiekaltaren. De indrukwekkende verzameling religieuze objecten, daterend uit de 8ste tot 21ste eeuw, behoort tot de top van de Belgische kunst. Het westportaal. Een renaissancistisch tochtportaal leidt de kerkganger sinds 1572 naar binnen. De vormentaal spreekt voor zich: een tempelconstructie met halfzuilen op zware sokkels. De kroonlijst bevat de lijfspreuk van schenker Viglius Aytta, toen priester van de kerk. In het fronton prijkt zijn wapenschild tussen dat van het kapittel en de Sint-Baafsheerlijkheid.

Het schip telt vier zijkapellen in het noorden en vier in het zuiden. Onder invloed van de 19de-eeuwse neogotiek werd het hekwerk vervangen en de kapelaankleding volledig herdacht. Het respect voor de oudere kunstwerken blijkt uit hun waardige opstelling in het nieuwe concept. Een schoolvoorbeeld is de Sint-Machariuskapel, een neogotisch Gesamtkunstwerk naar ontwerp van de befaamde Jean-Baptiste Bethune (1821–1894). De aanwezige polychrome interieurafwerking, het glasraam, het beeldhouwwerk en de afsluiting zijn harmonieus op elkaar afgestemd.

 

Sint-Baafs kathedraal vanop de Reep